Appjes en aapjes

19 december 2023 - Popayán, Colombia

Na 5 maanden hier is het leuk om wat Colombiaanse opvallendheden te delen:

1.       Fruit: Vele enorme hoeveelheid soorten fruit. Nick heeft een culinaire achtergrond maar proeft hier soorten fruit die hij nog nooit gezien of geproefd heeft. Heb jij wel eens van Lulu, pitahaya, granadilla, chirimoya, tomate de arbol, gehoord? Lekker hoor! Vooral de Pitahaya smaakt siroopzoet.

2.       Mensen: Je ziet hier waar wij zitten (bijna) geen Europeanen. En er zijn hier bijna geen Aziaten en Arabieren. Toch is het kleurrijk, want er zijn indiginous (indiaanse achtergrond), mensen die er uitzien als Spanjaarden, zwarte mensen en alles wat daar tussenin zit. Daarbij valt het op dat met name de dames met geld (of de heren ervan) dit graag besteden aan uiterlijk vertoon en is een boob- en assjob hier niet schaars. De mensen zijn hier heel vriendelijk valt op. Geen opdringerige verkopers. Altijd heel behulpzaam als je een vraag stelt. Als je wandelt op onze bergweg dan stoppen ze om je een lift te geven. En ze gebruiken graag veel beleefdheidsteksten. Als ze elkaar tegenkomen dan kunnen ze tien minuten lang tegen elkaar op verschillende wijzen zeggen: Goedendag, hoe gaat het, goed dankzij God, “que mas”, “bien – bien”, “todo bien”, ja goed, zeker goed, enz etc… om dan te eindigen met “dat het u goed vergaat” of “God is met u”.

3.       Appjes: Ook de app berichtjes kennen een hoog wat ik zou bestempelen als “wollige tekst” gehalte. Ik probeer in appjes naar andere moeders maar wat tekst lukraak uit andere ontvangen appjes te kopieren om niet te direct over te komen. En niet te vergeten de emoticons. Wees daar scheutig! Mee. Ook die prop ik dan maar onhandig en lukraak, niet wetende of ik de juiste kies (als ’t er maar niet te weinig zijn) tussen mijn woorden!

En daarnaast is 90% gesproken app-berichtjes. Die praten ze lekker vol met dezelfde wollige tekst, waarna de ander ‘m ook weer helemaal volpraat. Ze spelen ‘m dan wel op dubbele snelheid af (ook geleerd hier, waar die knop zit).

4.       Aapjes: Ondanks dat we bijna de enige westerlingen zijn hier, worden we niet echt aangestaard valt mij op. Maar onze blonde kinderen zijn wel echt eyecatcher. Bijna altijd gevolgd door “que hermoso/a”, waarna ze ze soms nog even aaien. Ze noemen mijn kinderen mono y mona. Als je dat woord opzoekt dat betekent het “aap”. Ik hoor dan ook steeds “hé aapje” zeggen. Als je dat in Nederland doet, dan…. . Ik ben er intussen ook wel achter dat dit woord een homoniem is en dus ook de betekenis heeft: “mooi” en “blond/wit”. Maar dat “hé, aapje” krijg ik toch echt niet uit m’n hoofd. Al moet ik zeggen dat ze het toch ook wel echt heel vriendelijk en lief klinkt zoals ze het zeggen. Niet zoals het “EY GRINGO”, zoals ze de westerse toerist aanspreken in Guatemala of Costa Rica.

5.       Muziek: overal waar je komt is muziek, meestal Colombiaans of iig Spaanstalig met een lekker ritme. Lekker als je aan het klussen bent. Beneden in de vallei zijn vakantiehuisjes en in het weekend wordt het nog wel eens laat (lees: 06:30) en dan is de muziek soms toch minder fijn.

6.       Koffie: Het is bizar, maar het land van de koffie serveert doorgaans leut. De eerste kwaliteit koffie wordt geëxporteerd.  Iedereen is er ook helemaal oké mee, al drinken ze de koffie alleen maar met panela (suiker) om de slechte smaak te verdoezelen. Wil je goeie koffie dan moet je zoeken naar een zo westers uitziend mogelijk koffietentje, naar binnen gluren of ze een espressoapparaat hebben en dan pas bestellen. Nick heeft er inmiddels eentje gevonden, maar het is dun gezaaid.

7.       Aquapanela: van de panela (onbewerkte rietsuiker) wordt ‘aguapanela’ gmaakt. Water, limoen en panela. Dat drinken ze op elk moment en dit wordt altijd geserveerd in restaurants, ook als je er niet om vraagt.

8.       Wijn: is hier absurd duur. Flesje Veuve Clicquot 75cl bij Gall&Gall 61,- hier 100,-.